Opleidingen

De cursus is een combinatie van theoretisch onderwijs, trainen van vaardigheden en ervaringsleren in de praktijk. Aangezien het verkeerd toepassen van de methode een schadelijk effect voor de cliënt kan teweegbrengen, is het dan ook noodzakelijk de cursus te volgen. Het volgende voorbeeld is hier een illustratie van.
In het verleden heeft een therapeut op basis van het lezen van een eerdere druk van dit boek zelfstandig een Fasetherapie uitgevoerd. Het gaf echter niet het gewenste effect, sterker nog, het leidde tot toename van de klachten van het kind. De betreffende therapeut heeft toen alsnog de cursus gevolgd en gelukkig wilden ouders en kind eraan meewerken om de oefeningen van de fasetherapie nogmaals, en nu op de juiste manier en in de juiste inbedding, uit te voeren. Hierdoor zijn de klachten van het kind uiteindelijk sterk verminderd.

De docenten die de cursus geven, hebben ervaring in het toepassen van alle drie de behandelvormen, passen die nog steeds toe en hebben er ook over gepubliceerd. Zij werken in een instelling die zich heeft gespecialiseerd in het behandelen van kinderen en volwassenen met een complexe problematische gehechtheid en vroegkinderlijke traumatisering. Naast de opleiding leerden zij (en leren zij nog) in de praktijk.

Tijdens de cursussen komt elke keer naar voren dat het ervaringsleren op deze manier grote meerwaarde heeft. De theorie kan eenvoudig lijken, maar het toepassen in de praktijk stelt ons telkens weer voor vragen hoe dat op de juiste manier gedaan kan worden.

 

Theoretisch onderwijs

Allereerst wordt aandacht besteed aan de gehechtheidsontwikkeling en de problematische gehechtheid. Hoewel er steeds meer aandacht is voor dit onderwerp, blijkt in de praktijk, dat hier nog veel over te leren is. Zeker in de behandeling van volwassenen wordt er in het veld vaak nauwelijks aandacht besteed aan de gehechtheidsontwikkeling en welke invloed dit heeft op het huidige functioneren. 

Vervolgens worden de verschillende behandelvormen uitgelegd en wat daarin de werkzame factoren zijn. Alle behandelvormen zijn onderdeel van een langer durende therapie. Dit houdt in dat aandacht voor het therapeutisch proces van groot belang is. Mede omdat wij momenteel (2022) in Nederland in een opleidingscultuur terecht zijn gekomen waarin voornamelijk onderwezen wordt in het werken met protocollen en met cognitieve gedragstherapie, merken wij een hiaat in het leren werken met de therapeutische relatie. Daarom wordt zowel tijdens het theoretisch onderwijs als tijdens de casuïstiekbesprekingen hier expliciet aandacht aan besteed.

Verdere thema’s die aandacht krijgen in de cursussen:

  • indicatiestelling voor de drie behandelvormen en afwegingen ten aanzien van andere behandelmogelijkheden voor gehechtheidsproblematiek (bv. Theraplay);
  • verschillende vormen van differentiëren;
  • de diverse fasen van de Fasetherapie;
  • de vijf thema’s van de Basistherapie;
  • ouderbegeleiding bij de Fasetherapie;
  • mentaliseren;
  • herkennen van de verschijnselen van dissociatie en basale tips voor hoe hier in de behandeling mee om te gaan;
  • de invloed van het brein;
  • invoegen van andere behandelmethoden, zoals EMDR ten behoeve van traumaverwerking.

Aan de thema’s mentaliseren, dissociatie en EMDR wordt in de cursus basaal aandacht besteedt. Voor eventuele specifieke interventies wordt uitdrukkelijk verwezen naar cursussen die daarvoor opleiden, of aangeraden om verdere supervisie te volgen bij een ervaren therapeut op dat gebied. Gezien de veelheid aan thema’s zijn de bijeenkomsten intensief. Deze worden gespreid over ruim een jaar om ook de ingebrachte casuïstiek gedurende een langere tijd te kunnen volgen.

 

Casuïstiekbesprekingen

Het bespreken van eigen casuïstiek in een grotere groep geeft het voordeel dat er allerlei verschillende situaties en vragen aan de orde komen die besproken kunnen worden. Tevens is er gedurende de cursus de mogelijkheid om tussentijds via mail extra vragen te stellen, die direct beantwoord worden. Dit vergroot de bekwaamheid van de behandelaren en de kwaliteit van de uitgevoerde therapieën. Zoals Hanekamp verwoordt: ‘Ervaring op zich is derhalve nog geen garantie voor wijsheid en toegenomen bekwaamheid. Met ervaring moet iets gedaan worden. Ervaring dient bewerkt en verwerkt te worden in een leerproces.’ (2006) Als toetsing van de cursus wordt dan ook gevraagd om een reflectieverslag te schrijven over het eigen leerproces.

 

Vaardigheidstraining

Gedurende de vaardigheidstrainingen worden diverse technieken geoefend in kleine groepjes. Zo is het van belang gebleken om te oefenen hoe bepaalde gesprekken met jeugdigen of dagelijkse opvoeders gevoerd zouden moeten worden. Het is van belang om alert te zijn op reacties en goed door te vragen naar belevingen. Soms denken we te snel dat we het begrijpen, maar met doorvragen blijkt dat niet zo te zijn. 

Verder wordt in de cursus aandacht besteed aan basale technieken van speltherapie, met name voor cursisten die hier nog weinig ervaring mee hebben. Gebleken is dat de theorie niet altijd voldoende is om dit goed uit te voeren. Zo hebben ze bijvoorbeeld geleerd om te verwoorden wat er gebeurt in het spel. Mijn ervaring is dat sommige therapeuten dit veelal in de vorm van vragen doen, waardoor het spel stilvalt. Het is een kunst om zodanig te verwoorden dat een kind zich echt gezien voelt en de ruimte ervaart om zijn eigen verhaal in spel te vertellen.

Ook het hanteren van eventuele intergenerationele vormen van gehechtheidsproblematiek is van belang, zeker ook bij de afweging of Fasetherapie wel of niet ingezet zou kunnen worden. Soms zijn de eigen ervaringen van ouders belemmerend in het onvoorwaardelijk toepassen van de nabijheidsoefeningen. Om dit te kunnen onderkennen, zul je als therapeut ook navraag moeten doen naar de gehechtheidsgeschiedenis van ouders. 

Aangezien er bij de Fasetherapie absoluut geen dwang uitgeoefend mag worden, zal dit goed uitgelegd moeten worden aan de dagelijkse opvoeders. Het gaat hier zowel om fysieke als ook om – vaak meer subtiele – emotionele dwang. Zowel dagelijkse opvoeders als jeugdige moeten vrijwillig mee kunnen werken en dit kan een spanningsveld opleveren, bijvoorbeeld als een ouder het heel erg graag wil om iets goed te maken, of als een jeugdige geneigd is om te pleasen of juist uit angst in verzet gaat. Gedurende de cursus wordt met dit soort situaties geoefend.

In de cursus Basistherapie wordt veel aandacht besteed aan het leren focussen (Gendlin, 1981) en lichaamsgericht werken, zoals oefeningen van de sensorimotor psychotherapie (Ogden & Fisher, 2017) en de polyvagaaltheorie (Dana, 2020 en 2021). 

Door tijdens de vaardigheidstrainingen hier zelf mee te oefenen, wordt zowel ervaring opgedaan in het ondergaan als in het uitvoeren van deze methoden. Door het zelf te ondergaan en dit in de groep na te bespreken, leer je uit de ervaring wat het met jezelf doet, wat wel en niet werkzaam is. Door het uit te voeren en stil te kunnen zetten op het moment dat je vastloopt, leer je van tips van de ander wat helpend zou kunnen zijn om weer verder te kunnen.

 

Na opleiding

De benaming na de verschillende opleidingen is als volgt:

  • Fasetherapeuten zijn BIG-geregistreerde of ervaren kindertherapeuten, en psychiaters die zowel de opleiding Differentiatietherapie als Fasetherapie hebben gevolgd.
  • Basistherapeuten zijn BIG-geregistreerde of ervaren volwassen therapeuten,en psychiaters die de opleiding Basistherapie hebben gevolgd.
  • Differentiatietherapeuten zijn speltherapeuten, psychologen of orthopedagogen die de opleiding Differentiatietherapie hebben gevolgd.

 

Literatuur

De literatuur voor de cursus bestaat uit boeken die over deze behandelvormen geschreven zijn en artikelen en hoofdstukken, die passend zijn bij de verschillende thema’s.

Docenten

Docenten zijn drs. K. Schaeffer-van Leeuwen en drs. M. Putman.

 

Lees meer over de afzonderlijke cursussen:

 

Aanmelden via een email aan education@psycare.nl